Studentenhuisvestiging De Spitter

Het studentencomplex De Spitter omvat 54 kamers. De kamers zijn allen studio's-types voorzien van eigen sanitair. De locatie van het project binnen het stedelijke weefsel van de stad is bijzonder gunstig voor z'n invulling en het programma van het gebouw. De inplanting en grillige van het volume volgt de figuur van het bouwblok en vervolledigt de zijde van het rondpunt.

Omwille van de inplanting aan het rondpunt en rekening houdend met de omliggende bebouwing voorzien we vier bouwlagen op de kop.

De beeldbepalende locatie die grenst aan een kruispunt en de spoorweg leent zich dankbaar voor een hoekgebouw als referentiepunt. Bij het binnenkomen van de stad, zowel als treinpassagier en als voor de autobestuurder, kan dit gebouw een opvallend herkenningspunt in het stedelijk weefsel.

Aan de achterzijde van het project wordt er verbinding gemaakt met het perceel van woning nr. 9 in de Sint-antoniusstraat. De tuinzone van het perceel van de sint-antoniusstraat nr. 9 wordt verbonden met de tuin van de studentenhuisvestiging waardoor een groter tuingeheel ontstaat en collectieve tuin wordt ontstaat. De collectieve tuin omvat eveneens een doorsteek vanuit de sint-antoniusstraat die via de tuinzone naar de studentenhuisvestiging leidt en beide projecten met elkaar verbindt.

Het volume krijgt op de kop ter hoogte van het rondpunt een accent door een bescheiden vierde bouwlaag. Het volume schrijft zich door zijn langgerekt lijf en bescheiden aantal bouwlagen perfect in het bouwblok in.

Het volume heeft drie afleesbare gehelen met een accent op de kop, waarbij door een afbouw in bouwlagen langsheen het fietsenpad een slank lijf ontstaat. Het lijf van twee bouwlagen zorgt voor laag bouwvolume dat de naast liggende buren in de directe omgeving respecteert met specifieke aandacht voor de vijfde gevel. De vijfde wordt een collectieve dakterras voor de studenten en wordt een verbindende buitenruimte op hoogte waar studenten elkaar kunnen treffen.

In de staart van het project langsheen het fietsenpad heeft het gebouw drie bouwlagen waarbij de eerste bouwlaag verzonken ligt door de oplopende helling van het fietsenpad. Het bovengronds volume blijft hierdoor beperkt, waarbij het gebouw een langgerekte beweging maakt met drie afleesbare hoogtes die het volume op schaal brengt.